Participerende overheid

Trends & ontwikkelingen
We zien een beweging naar een steeds groter speelveld in het (sociale) medialandschap waarin steeds meer mensen zich terugtrekken in hun eigen bubbel. Daardoor wordt het moeilijker groepen (waaronder het zogenaamde stille midden) te bereiken.
Technologische ontwikkelingen op het gebied van artificial intelligence, deep fake en big data bieden kansen en bedreigingen voor communicatie.
Alle grote maatschappelijke, politieke en economische ontwikkelingen beïnvloeden elkaar en vragen vooral ook een andere rol van de gemeente. De opgaven zijn complex, in een complexe samenleving. Langs de lijn van opgavegericht werken we samen met inwoners, aanbieders en ondernemers aan maatschappelijke en organisatie-overstijgende thema’s. Omdat de opgave centraal komt te staan, ontstaat ruimte om krachten te bundelen en samen te komen tot de kern van een vraagstuk en tot een gemeenschappelijke werkwijze. Onze gemeentelijke rol verandert dan van probleemoplosser naar procesregisseur, waarin we wendbaar sturen op de grote lijn en het langetermijnperspectief. Het draait dus om co-creatie met als resultaat: meer participatie, krachtenbundeling, draagvlak en cohesie, domein overstijgende en gedeelde oplossingen en een gemeenschappelijke werkwijze. Deze manier van werken vraagt om een wendbare organisatie waarvan de inzetbaarheid aansluit op de opgaven.

De komst van de Omgevingswet maakt ook dat participatie een steeds belangrijker onderwerp wordt. Participatie gaat over het zo vroeg mogelijk betrekken van personen voor wie een initiatief, plan of activiteit gevolgen heeft of die daarbij (in)direct betrokken zijn.

Bij dat opgavegericht werken past een organisatie- en bestuursstructuur die de opgaven ondersteunt waar de gemeente voor staat. Een meer opgavegerichte en participatieve manier werken noopt tot aanpassing van de huidige sectorale benadering. (In het traject van organisatieontwikkeling binnen HLTsamen wordt gewerkt aan het anders (in)richten van de werkorganisatie langs deze lijn.) De sectorale manier van werken is ook terug te vinden in de bestuurlijke inrichting (raadscommissies, de portefeuilleverdeling in het college, de programma’s in de P&C-cyclus, maar ook in de structuur van de regionale samenwerking in de Duin- en Bollenstreek en Holland Rijnland. Deze sectorale opzet lijkt niet goed aan te sluiten bij de ontwikkelrichtingen. In gezamenlijkheid verkennen we een ambtelijke en bestuurlijke inrichting die aansluit bij de toekomstvisie rondom het lokaal openbaar bestuur.

Wat willen we bereiken?

Doel 1: Bestuurders en medewerkers zijn omgevingsbewust en staan ‘vanuit de bedoeling’ in contact met de samenleving (werkend vanuit de ambitie publieke waarde toe te voegen). 

Doel 2: Een integrale aanpak van grote maatschappelijke vraagstukken, waarbij we oplossingen zoeken in samenwerking met relevante maatschappelijke partners.

Wat gaan we daarvoor doen?

Hoe gaan we dat meten?